A. Wat zijn de landelijke ontwikkelingen?
Per 2022 zal de integrale bekostiging onderdeel zijn van de reguliere bekostiging. Dit heeft de minister van VWS in haar brief van 7 december 2020 aangekondigd.
De experimentele status van de beleidsregel integrale geboortezorg wordt dan omgezet naar een reguliere beleidsregel. Er zijn vanaf dat moment twee vormen van reguliere bekostiging van de geboortezorg mogelijk:
- monodisciplinair (maximumtarieven voor verloskundige zorg en kraamzorg en vrije tarieven in de medisch specialistische zorg) en
- integraal (vrije tarieven voor de integrale geboortezorg geleverd door de genoemde disciplines samen).
Evalueren en ruimte voor experimenteren
Daarnaast is er ruimte om te experimenteren met andere vormen van passende bekostiging voor integrale geboortezorg. Dit biedt partijen de mogelijkheid om de passende bekostiging van integrale geboortezorg (verder) door te ontwikkelen. Geboortezorgaanbieders hebben hiertoe de mogelijkheid om een bekostigingsexperiment onder de Beleidsregel innovatie voor kleinschalige experimenten van de NZa te starten voor zorg waarvoor nog geen prestatie bestaat. Dit kan overigens ook nu al. Zorgaanbieder(s) en zorgverzekeraar(s) kunnen samen een aanvraag indienen bij de Nederlandse Zorgautoriteit om een experiment te starten. Dit kan via dit format experimentovereenkomst. Zo’n experiment duurt in beginsel drie jaar. Een vergelijking in opzet van integrale bekostiging en een bekostigingsexperiment onder de beleidsregel innovatie en enkele aandachtspunten staan hier.
VWS en de landelijke geboortezorgpartijen vinden dat het belangrijk is om de komende jaren de integrale bekostiging te blijven monitoren en evalueren. Dit sluit aan bij de conclusie van het RIVM die aangeeft dat het essentieel is om de effecten van integrale bekostiging te blijven monitoren zodat in de komende jaren een breder beeld verkregen kan worden in hoeverre de beoogde doelstellingen van integrale bekostiging worden gerealiseerd.
Stip op de horizon: nader te bepalen
Er bestaat nog verdeeldheid onder de landelijke partijen over het advies van de NZa om per 2028 de monodisciplinaire bekostiging te beëindigen. Partijen willen evenwel met elkaar in gesprek gaan om te proberen meer overeenstemming te bereiken over de te zetten stip op de horizon. Om die reden krijgen geboortezorgpartijen de gelegenheid om – alvorens de minister tot een definitief besluit komt – de eerste helft van 2021 tot een breder gedragen stip op de horizon te komen.
De keuze voor type bekostiging voor VSV’s is vrij. De keuze hiervoor is afhankelijk van de agenda, plannen en verdere ambities van een VSV. Regio’s hebben vooralsnog de mogelijkheid om in eigen tempo te bepalen hoe zij hun bekostiging willen inrichten en op welk moment zij al dan niet willen overstappen op integrale contractering.
Op deze en volgende pagina’s vind je informatie over de verschillende vormen van bekostiging en de beleids- en innovatieregel.