Sinds 1 oktober 2022 is Marjolein ten Kroode onafhankelijk bestuursvoorzitter van het College Perinatale Zorg. Gedurende haar loopbaan heeft ze diverse functies bekleed als bestuurder binnen het publiek domein. Zo was zij Lid van het College van Procureurs-Generaal van het Openbaar Ministerie. Daarvoor is zij als voorzitter van de Raad van Bestuur verbonden geweest aan GGZ Rivierduinen en als vicevoorzitter aan de Sociale Verzekeringsbank.
Naast voorzitter van het CPZ is ze onder andere sinds 2021 lid van de raad van advies van de NZa. Medio november 2022 is ze ook benoemd tot lid van het algemeen bestuur van ABP. We spreken Marjolein over haar eerste maanden bij het CPZ.
Je bent een ervaren bestuurder bij verschillende organisaties in het publieke domein: waarom wilde jij je inzetten voor de geboortezorg?
‘Ik voel me verbonden met thema’s en professionals die maatschappelijk relevant zijn voor het leven van ons allemaal. Zo heb ik bijvoorbeeld gewerkt voor de GGZ, maar ook voor het Openbaar Ministerie en de Sociale Verzekeringsbank; organisaties die bestaanszekerheid verzorgen van een heleboel mensen. Daarom verbind ik me ook graag aan de geboortezorg, de kwaliteit van het organiseren van geboortezorg doet er toe.’
De geboortezorg is voor jou dus een nieuw vakgebied, wat is je opgevallen?
‘Dat elke geboortezorgprofessional een grote intrinsieke motivatie heeft om het goed te doen voor elke moeder en kind. Daarom is het belangrijk dat de landelijke geboortezorgpartijen samen optrekken en zorgen voor de randvoorwaarden, zodanig dat zorgverleners hun werk ook in de toekomst goed kunnen blijven doen.’
Helpt het je bij je voorzitterschap bij het CPZ dat je ook lid bent van de raad van advies van de NZa?
‘Jazeker, ik heb zelfs het gevoel dat beide rollen elkaar versterken: het helpt om een breed perspectief op de zorg te houden. De vraag die in veel sectoren speelt is: hoe versterk je elkaar in een samenwerking? Geboortezorg is een vorm van netwerkzorg. En dat is ook waar ik me in probeer te ontwikkelen in mijn functies. Ieder heeft zijn eigen perspectief en voor ieder is het duidelijk dat de waarheid is zoals hij of zij het ziet. Wat voor de een zes is, is voor de ander een negen, afhankelijk van vanaf welke kant je er naar kijkt. Beide perspectieven zijn natuurlijk relevant maar hoe halen we gezamenlijk omwille van de zwangere het beste van die twee waarheden eruit?
Samenwerking is belangrijk in de integrale geboortezorg. Wat is volgens jou het belangrijkste bij een goede samenwerking?
‘Om goede, spannende gesprekken te blijven voeren met alle betrokkenen en te praten over de dingen die ertoe doen, dus echt naar de kern. Ga samen in gesprek over hoe er een betere samenwerking tot stand kan komen over de verschillende lijnen en disciplines heen. Zowel op lokaal, regionaal als landelijk niveau. Probeer elkaar als medespeler te zien en niet als tegenspeler, ook al heb je een ander perspectief. Samenwerken vereist inspanning van een goed team, en in de praktijk is dat één van de moeilijkste dingen.’
‘Het is in de zorg niet alleen heel belangrijk dat de cliënt centraal staat, maar ook dat voldaan wordt aan de randvoorwaarden die zorgmedewerkers nodig hebben om hun werk goed te kunnen doen en elkaar versterken in de samenwerking. “Ontzorgen” kan meestal alleen komen van een ander. Dan wordt de vraag: wat heb ik van jou nodig om mijn werk goed te kunnen doen?’
Mij valt op dat er 1000 bloemen bloeien en nog 1000 die we niet kennen.
Waar wil jij je bij het CPZ de komende jaren hard voor maken?
‘Ik zet me er graag voor in dat passende geboortezorg beschikbaar blijft voor iedereen en dat elke beroepsbeoefenaar voldoende in staat gesteld wordt om die zorg te bieden. In de geboortezorg zijn er veel dagelijkse onzekerheden en daarom is het zo belangrijk dat de randvoorwaarden goed vervuld worden.
Het is ook belangrijk dat er een tafel is waar bestuurders regelmatig landelijk het gesprek voeren over thema’s die er echt toe doen. En hoe je elkaar ook aan die tafel aanvult in de beste samenwerking voor de beschikbaarheid van de best mogelijke kwaliteit van zorg voor iedereen. Nederland staat qua perinatale sterfte op de 14e plaats van de 23 landen. Dezelfde positie als vier jaar geleden. Voor mij is het handelingsperspectief; wat kunnen we doen om dit te verbeteren? Dat vraagt een open en reflectieve sfeer’
Wat zie jij als de belangrijkste uitdaging voor integrale geboortezorg?
‘Het gaat de komende jaren over complexe vraagstukken in de geboortezorg, die eigenlijk alleen integraal en in samenhang met andere vraagstukken en andere domeinen kunnen worden opgepakt. Schaarste is alom. De toegankelijkheid van de geboortezorg staat onder druk. Iedere speler werkt in zijn eigen domein al aan verbeteringen. Mij valt op dat er 1000 bloemen bloeien en nog 1000 die we niet kennen. In het IZA wordt een integraal, netwerkzorgperspectief gekozen om de kwaliteit en toegankelijkheid van de geboortezorg te borgen. Er staat ook dat deze zorg voor kwetsbaren in de samenleving een randvoorwaarde is in de uitwerking van IZA. Omdat in het IZA netwerkzorg voorop staat, is het op zijn plaats dat die focus op netwerkzorg landelijk wordt ondersteund door de betrokkenen. Daarom neemt het bestuur van het CPZ het initiatief om met alle betrokkenen (onder andere deelnemende partijen in CPZ en de Federatie van VSV’s) een op het IZA geïnspireerde interdisciplinaire agenda op te stellen.’
Alleen ga je misschien sneller, maar samen komen je verder.
Hoe zie jij de rol van het CPZ?
‘Allereerst wil ik zeggen dat ik echt onder de indruk ben van de expertise die het bureau neerzet. Het CPZ heeft een landelijke platformfunctie, en onafhankelijke expertfunctie, en een informatiefunctie die goed te zien is op onze website en via de activiteiten van het CPZ op social media en via de nieuwsbrief. Dat is echt goed gedaan. Het CPZ zie ik op zijn sterkst functioneren als landelijke tafel, een netwerkorganisatie die zich vanuit haar doelen – het terugdringen van de perinatale mortaliteit en morbiditeit, en het bevorderen van een goede start voor elk kind – inzet voor het bevorderen van de kwaliteitsverbetering in de geboortezorg en een landelijke, signalerende en agenderende rol heeft in de doorontwikkeling en in- en uitvoering van netwerkzorg; want dat is de integrale geboortezorg. Het ondersteunen en samenbrengen van ieder die nodig is om daarvoor de randvoorwaarden te vervullen is daarbij een belangrijke taak. Het CPZ is er voor interdisciplinaire geboortezorg en alle spelers hierbinnen.’
Wat zie jij tenslotte als het belangrijkste doel voor 2023?
Het belangrijkste doel voor 2023 is wat mij betreft comfort bieden aan elke speler in de geboortezorg, zodanig dat we komen tot een interdisciplinaire agenda voor de sector voor komende tijd, wél met een opbrengst. Denk aan die zes en die negen. Als we er gezamenlijk naar kijken is het misschien toch een acht? Of kunnen we het op een andere manier verbeteren? Alleen ga je misschien sneller maar samen kom je verder.’