De eerste stappen richting een nieuwe VIL interview met Jolijn Betlem
23 februari 2021
In de expert-adviesgroep participeren, naast alle CPZ-deelnemers, de huisartsen én de JGZ. De groep heeft de opdracht om een structuur te maken waarop samenwerking moet gaan plaatsvinden. Bij de start van de expert-adviesgroep eind vorig jaar is een mooi bericht gedeeld;
Sva: ‘Een structuur maken’ klinkt prachtig. Maar kun je dat concreet maken?
JB: Als we kijken naar de samenwerkingsafspraken – voorheen de VIL – dan draait alles om structuur. Het is feitelijk een structuur om te bepalen wie welke zorg verricht. Het punt is alleen dat de structuur te marginaal is. Ik gok dat zo’n 60% grijs gebied is. Onvoldoende beschreven. 60% staat niet in de VIL. De vraag is of we nog per zorgonderdeel kunnen bepalen wie wat doet. Daarvoor is de zorg te divers geworden. Of je niet een bovenliggend systeem moet creëren waardoor de wie-vraag makkelijker te beantwoorden is.
SvA: kun je een voorbeeld geven van zo’n stukje grijs gebied?
JB: Dan hebben we het bijvoorbeeld over een antibioticum tegen een streptokok tijdens de bevalling. Niet álle cases hoeven naar het klinische domein. Zolang er geen problemen zijn kun je prima in de eerste lijn bevallen. De expert-adviesgroep werkt dan ook aan een kader waarin niet puntje precies alle mogelijke situaties worden uitgewerkt, maar aan een kader op basis waarvan het werk wordt verdeeld.
SvA; dus niet: wie doet deze taak maar volgens welke principes vindt de taakverdeling plaats?
JB: Precies. Dat is ook prenataal heel interessant. Bijvoorbeeld als het gaat om zwangerschapsdiabetes. Bij de beantwoording van de vraag waar de zwangere het beste af is, moet je ook meewegen wat de zwangere zelf wil. In die zin geeft de nieuwe structuur veel meer zorg op maat.
SvA: Een kader bestaande uit principes klinkt ook als iets wat meer gedoe kan opleveren.
JB: Klopt. Het vraagt veel meer discipline van alle betrokkenen. En het vraagt dus nu ook van de expert-adviesgroep duidelijkheid over de principes.
SvA: Hoe gaat de groep ervoor zorgen dat niet elke beslissing bediscussieerd kan worden?
JB: behalve de structuur van de VIL hebben we nog 2 belangrijke structuren nodig: landelijke waarden en zorgrichtlijnen. Om met die eerste te beginnen: de structuur van landelijke normen en beloftes is af: we hebben onder andere bepaald dat die rechtvaardig moeten zijn, verantwoordelijkheid duidelijk moeten maken, het recht op zelfbeschikking voorop moet stellen, empathisch, integraal en doelmatig moeten zijn. Het doel van de waarden met beloften is om regionaal hierop terug te kunnen vallen
SvA: En nu door naar de structuur van de zorgrichtlijnen?
JB: We hebben ons ten doel gesteld om richtlijnen te maken die echt goed op elkaar aansluiten. We kijken dus naar de vraag welke criteria horen bij een interdisciplinaire geboortezorgrichtlijn. En daarbij moeten we ook kijken naar het netwerk om ons heen. Richtlijnen moeten aansluiten bij het sociaal domein en bij de derde lijn. We hebben inmiddels zo veel meer mensen waarmee we samenwerken in de geboortezorg.
SvA: Denk je dat er een nieuwe VIL is in 2021?
JB: ik denk dat het 2022 wordt. Zeker voor de implementatie. Want die zal regionaal moeten plaatsvinden. Uiteindelijk streven we naar een helder kader, werkbare afspraken en bovenal de juiste zorg op de juiste plek door de juiste zorgverlener!