Grote uitvoeringsverschillen bij zorgverschuiving
28 juni 2022
Zorgverschuiving is een onderwerp binnen de integrale geboortezorg waar veel over wordt gesproken. Er bestaat echter weinig informatie over in welke mate daar daadwerkelijk aan wordt gewerkt in de VSV’s en IGO’s. Vandaar dat CPZ een eerste verkenning naar zorgverschuiving, onderwerpen en volume heeft laten uitvoeren. Aan de 72 VSV’s en IGO’s is gevraagd naar hun zorgverschuivingsprotocollen. Daarnaast zijn protocollen van VSV’s van hun openbare websites geraadpleegd. Het resultaat is dat van 43 VSV’s en IGO’s actuele protocollen zijn bekeken. Hiermee is een heel aardig beeld verkregen van de zorgverschuiving in ons land. De protocollen zijn objectief bekeken en niet beoordeeld op kwaliteit of precieze inhoud.. De informatie is in sommige gevallen vertrouwelijk en kan daarom niet worden gedeeld.
“Aanleiding voor verschuiving van zorg is [de wens om te] kijken naar integrale zorg [vanuit de] wens van de patiënt, capaciteit en intensiveren van onze samenwerking in ons VSV.” (VSV-bestuurder)
Vertrekpunt nodig
Om te kunnen bepalen of er sprake is van zorgverschuiving, is een vertrekpunt nodig van waaruit wordt gekeken of er verandering is. Dat vertrekpunt ontbreekt en daardoor is analyse dus subjectief. Om toch zo objectief als mogelijk te werk te gaan, is gekeken naar de Verloskundig Indicatie Lijst (VIL 2003), de Zorgstandaard en Landelijke richtlijnen.
Van de verzamelde protocollen is een aantal onderwerpen uitgelicht en uitgewerkt. Dat zijn: Groep B hemolytische streptokok en antibioticaprofylaxe (GBS), Sectio Caesarea in de voorgeschiedenis, Inleiding van de baring, Diabetes Gravidarum en het CTG in de eerste lijn. Daarnaast is een overzicht gemaakt van de overige onderwerpen waarbij sprake lijkt te zijn van zorgverschuiving.
Veel variatie
Uit de analyse blijkt dat er veel uitvoeringsvariatie is, de mate waarin verschilt per protocol. De onderbouwing en kwaliteit van de protocollen is heel wisselend. Zo zijn er uitgebreide protocollen gevonden met wetenschappelijke onderbouwing. Hierin is weergegeven tussen wie de verschuiving plaatsvindt en waar de verplaatsing plaatsvindt. Er zijn ook documenten waarin kort en bondig het onderwerp staat beschrijven zonder dat duidelijk wordt wat er precies wordt verschoven en door wie. Er zijn ook voorbeelden waarin wordt verwezen naar protocollen van andere regio’s.. Daarnaast laat de inventarisatie verschillen zien in afkappunten tussen de eerste en de tweede lijn. Soms verschuift de zorg in haar geheel maar meestal is er sprake van meer gedeelde zorg of gaat het om minimale verschillen. Er wordt zowel verschoven van tweede- naar eerste lijn als andersom. De uitvoeringsvariatie komt mede doordat er in geboortezorg nog geen integrale zorgpaden zijn.
Vooruit kijken naar toekomst
De uitdagingen liggen in het creëren van meer uniformiteit in proces, vorm en inhoud van zorgpaden en protocollen. Indien er regionale verschillen zijn, moet dat in ieder geval duidelijk zijn voor de client, zodat zij met een goede onderbouwing hun eigen keuzes te kunnen maken. Kwaliteit, kennis, vertrouwen en financiën zijn zaken die onderliggend zijn aan de mate van regionale zorgverschuiving. Bewustwording van de verschillen enerzijds en analyse van de keuzes anderzijds kunnen bijdragen aan meer uniformiteit waarbij dit niet moet leiden tot uniforme zorg. Zorg op maat blijft het uitgangspunt maar uniformering van een zorgvuldig proces en het delen van informatie en protocollen/zorgpaden scheelt werk, inspanning en kosten.
Dit jaar wordt een format/handreiking gemaakt voor het maken van protocollen (niet specifiek voor de zorgverschuiving). Dat is ook wenselijk vanuit het capaciteitsoogpunt, omdat vrouwen niet altijd kunnen bevallen in het ziekenhuis van hun eerste keuze. Verloskundigen komen dus in meerdere ziekenhuizen met hun barenden en hoe meer afstemming er is over protocollen des te beter dat is voor de samenwerking.
“Onder de capaciteitsdruk gaan we binnen de eerstelijns coöperatie kritisch kijken naar overdrachten en streven naar meer binnen eerste lijn houden met behoud van kwaliteit.” (werkgroeplid protocollen)