Samenhang prenatale screening en reguliere geboortezorg
13 augustus 2020
In een brief van begin juli heeft staatssecretaris Blokhuis de kamer geïnformeerd over de samenhang tussen de prenatale screening op aangeboren aandoeningen en afwijkingen en de reguliere geboortezorg. Met de brief wordt o.a. verkend of de bekostiging van de prenatale screening op den duur anders kan worden ingericht.
Voor professionals in de geboortezorg is het een bekend verhaal. De verschillen die Blokhuis noemt tussen de geboortezorg en de prenatale screening hebben te maken met de zorgvraag. Hij stelt dat er in het geval van geboortezorg sprake is van een zorgvraag vóór, tijdens en na de bevalling. Bij de prenatale screening is er geen sprake van een individuele zorgvraag of een medische indicatie. Een tweede verschil is dat de geboortezorg geheel gericht is op gezondheidswinst, terwijl bij prenatale screening wordt beoogd ouders de mogelijkheid te bieden informatie te vergaren over eventuele aangeboren aandoeningen of afwijkingen bij het ongeboren kind. Anders dan bij de geboortezorg is het geen vanzelfsprekendheid dat ouders deelnemen aan prenatale screening. Uit cijfers van 2018 maakt men op dat 46,3% van de zwangeren gebruik maakt van de screening op down-, edwards- en patausyndroom en 82,8% liet een 20-wekenecho doen. Er worden voorbereidingen getroffen om vanaf de tweede helft van 2021 in onderzoeksverband ook rond 13 weken zwangerschap een echo aan te bieden (13-wekenecho).
De zorgverleners die de prenatale screening uitvoeren doen dit onder verantwoordelijkheid van de regionale centra prenatale screening. Zij hebben hiervoor een Wbo-vergunning. Via de contracten die regionale centra afsluiten met de zorgverleners wordt geborgd dat de screening wordt uitgevoerd conform de voorwaarden van de vergunning en conform de kwaliteitseisen die het RIVM in overleg met de betrokken ketenpartners vaststelt.
De counseling prenatale screening en de 20-wekenecho worden nu vanuit het basispakket vergoed, maar het Zorginstituut heeft in 2017 geadviseerd om prenatale screening zonder aanwezigheid van een medische indicatie op een andere wijze te bekostigen. Daarom is nu ook voor de bekostiging van de 13-wekenecho in onderzoeksverband gezocht naar een andere manier van bekostiging. Een die goed aansluit bij de wijze waarop de prenatale screening is georganiseerd. Blokhuis doet nog geen uitspraken over waar vanuit de prenatale screening moet worden bekostigd. De regionale centra prenatale screening zullen de betalingen aan de uitvoerders uitkeren. Indien de ervaringen hiermee positief zijn biedt dit ook een weg om de bekostiging van de counseling en de 20-wekenecho uit het basispakket te halen, conform het advies van het Zorginstituut uit 2017.