Terugkijken: informatiebijeenkomst voor VSV-bestuurders
2 december 2021
Op dinsdag 23 november vond de digitale bijeenkomst voor VSV’s plaats. Tijdens deze halfjaarlijkse bijeenkomst werden VSV bestuurders en andere VSV-leden bijgepraat over belangrijke ontwikkelingen in de geboortezorg. In deze bijeenkomst kwamen aan bod:
- de evaluatie van de ZIG
- een online gesprek met vertegenwoordigers van VSV’s, Berenschot en het Zorginstituut over het rapport Samen (net)werken); barrières en kansen
- een interview met Laura Steentjes van VWS over de versnellingsaanpak.
Hieronder kun je het webinar per onderwerp terugkijken. Ook vind je de presentaties en rapporten waar naar verwezen wordt. De antwoorden op gestelde vragen voegen we later toe aan deze pagina.
De Zorgstandaard is geëvalueerd!
De Zorgstandaard Integrale Geboortezorg is 5 jaar geleden geïntroduceerd. Het afgelopen jaar is de implementatie van deze ZIG geëvalueerd. Uit de analyse komt een helder beeld naar voren over de huidige stand van zaken rond de implementatie van de Zorgstandaard en de ervaren knelpunten die de (implementatie van de) Zorgstandaard met zich meebrengt. Wat is de kern? Waar lopen VSV’s tegenaan? Wat leert de analyse ons over de inhoud, de systematiek en over de implementatie van de ZIG? Wat moet er beter in de door te ontwikkelen ZIG? Jolijn Betlem, programmaleider Zorgstandaard Integrale Geboortezorg (ZIG) CPZ, presenteert de belangrijkste aanbevelingen en vertelt wat de volgende stappen zijn.
Rondetafelgesprek: rapport Samen (net)werken; barrières en kansen
Samenwerking en netwerkvorming in VSV’s is een belangrijk onderdeel van de Zorgstandaard Integrale Geboortezorg (ZIG). Adviesbureau Berenschot heeft in opdracht van het Zorginstituut een evaluatieonderzoek laten uitvoeren om inzicht te krijgen in hoeverre deze samenwerking tot stand is gekomen en welke omgevingsfactoren hierbij een rol hebben gespeeld. Dit rapport is halverwege 2021 opgeleverd.
Marleen Kruijt van het CPZ gaat in gesprek met Aisha de Graaff (consultant zorg, Berenschot) en René Stüssgen (Kwaliteitsadviseur Afdeling Zorg ZiN) over de uitkomsten van het rapport; de grootste valkuilen, de kansen, de barrières en de mogelijkheden van samen (net)werken komen aan bod.
Met drie vertegenwoordigers van VSV’s te weten Gratia Martens (gynaecoloog St. Antonius ziekenhuis) Peter Boudewijn (voorzitter Raad van bestuur RST Zorgverleners Kraam) en
Klaske Lyklema (verloskundige Drachten) bespreken we in hoeverre VSV’s zich herkennen in het geschetste beeld, wat de VSV’s hier verder mee kunnen en meer.
De versnellingsaanpak met VWS
Vorig jaar spraken we Laura Steentjes over het vervolg op de aanbevelingen van het RIVM rapport ‘Beter weten, een beter begin’. Inmiddels is een aantal lijnen bij elkaar gekomen en vindt een vijftal thema’s een vervolg in de zogenaamde ‘versnellingsaanpak’.
Laura Steentjes, senior beleidsmedewerker curatieve zorg VWS, wordt geïnterviewd door Sabine van Aken van het CPZ. Waar en hoe gaan deze ontwikkelingen de VSV’s raken? Welke lijnen zijn nu uitgezet? Hoe loopt het tijdspad en welk traject vindt nu plaats rond organisatie en bekostiging? Tijdens het vraaggesprek gaan we op al deze zaken in.
Vraag | Antwoord |
Hoe verhoudt zich tot elkaar: de gemoderniseerde VIL samenwerkingsafspraken in de ZIG opnemen, tot wat er hiervoor over ZIG 2.0 staat, nl dat landelijke richtlijnen niet worden opgenomen? | Het idee is om op hoofdlijnen te beschrijven wat we in de geboortezorg te doen hebben. Daaronder komen dan de documenten te hangen waarin we afspreken hoe we dat gaan doen (landelijke richtlijnen) en wie dat gaat doen (regionale zorgpaden). Met betrekking tot de nieuwe VIL zou je dan bijvoorbeeld bij de waarom vraag kunnen beschrijven ”binnen de geboortezorg houden we ons aan samenwerkingsafspraken voor kwalitatief goede geboortezorg”. |
Je geeft aan dat de indicatoren meer als brandstof moeten gaan werken maar hoe wordt de implementatie ‘gecontroleerd’? | De gezondheidsraad heeft inderdaad geadviseerd om meer vanuit intrinsieke wil de zorg te willen verbeteren en niet omdat het een indicator, een controle instrument is en het dus moet. De implementatie van intrinsieke motivatie is lastig te controleren. Bij ons is nu niet bekend hoe dit gecontroleerd gaat worden. |
Hoe verhouden het standaardiseren en meer maatwerk in de regio zich tot elkaar? | Standaardiseren wat en hoe je het doet op landelijk niveau in de vorm van normen en richtlijnen. In de spreekkamer zal de zorg verder op maat gemaakt moeten worden. Bijvoorbeeld met behulp van de 3 goede vragen, wat de juiste zorg is voor die ene patiënte. |
Hoe zit het met de bekostiging van alle randvoorwaarden, wij hebben een moederraad, een eigen secretaresse, binnenkort ook babyconnect en mogelijk ook een PREM lijst welke via periode ingekocht moet worden. | Op dit moment buigen de partijen zich over dit vraagstuk. Er wordt gekeken hoe we het beste in kaart kunnen brengen welke taken en functies in de tarieven zijn opgenomen, of dat afdoende is en wat hierin ontbreekt. |
Is er ook ontdekt waardoor het komt dat er een verschil is in effectiviteit van de aanpak? | De contextfactoren van VSV’s lijken bepalend voor het succes van een interventie. Zo zien we dat kleine VSV’s vaak wat sneller en makkelijker stappen kunnen zetten dan grote VSV’s met meerdere ziekenhuizen en zorgverleners uit meerdere groepen.. Ook zien we dat VSV’s met een langere historie van samenwerking verder zijn. En VSV’s die een speerpunt hebben gemaakt van hun achterstand op het gebied van vertrouwen en samenwerking hebben ook grote stappen kunnen maken. De wil om samen te werken is daarbij ook heel belangrijk. |
JGZ aanhaken bij VSV hoe verhoudt zich dat met een IGO/financiering? | JGZ kan inhoudelijk aanhaken bij een VSV om het sociaal domein te verbinden met de geboortezorg. Integrale bekostiging is een experiment vanuit de ZVW (zorgverzekeringswet) De JGZ valt niet onder deze wet, maar wordt bekostigd vanuit de gemeente jeugdgezondheidszorg. Daarom is de JGZ geen onderdeel van de IB beleidsregel. |
Wordt er ook aandacht besteed aan het vervullen van een bestuursfunctie binnen een VSV op de opleidingen? Zodat in de toekomst deze taken makkelijker kunnen worden opgepakt door de zorgverleners? | Verloskundigen in opleiding in A’dam en Groningen krijgen in jaar 3 de opdracht om een organisatie (VSV/IGO/andere samenwerkingsverband) in de geboortezorg te analyseren en zich te verdiepen in een actueel vraagstuk in het werkveld. (R. van der Stouwe) |