Ontwikkelingen geboortezorg
Zorgverleners en andere professionals, samenwerkingsverbanden, praktijken en organisaties in de geboortezorg zijn op talloze plekken en in verschillende vormen in samenwerking bezig met het vormgeven van integrale geboortezorg in algemene zin, conform de zorgstandaard Integrale Geboortezorg (ZIG). Hierbij spelen een goede samenwerking en het organiseren en professionaliseren van het Verloskundig Samenwerkingsverband een belangrijke rol. Om de kwaliteit en samenwerking te verbeteren is ook zorgverschuiving aan de orde en bekostiging die dat faciliteert.
Zorgverschuiving is dan ook een onderwerp waarover veel wordt gesproken. De aanleiding hiervoor kan per regio of samenwerkingsverband verschillen. Soms wordt zorg verschoven om meer continuïteit van zorgverlener te bieden aan de zwangere, vaak omdat het past bij de gezamenlijke visie op geboortezorg in de regio. Soms is het simpelweg efficiënter of zelfs nodig om zorg te verschuiven, bijvoorbeeld in het kader van de capaciteitsproblematiek.
1. Invoering Zorgstandaard Integrale Geboortezorg (ZIG)
Met de invoering van de Zorgstandaard Integrale Geboortezorg (ZIG) in 2016 kregen VSV’s een grote rol toebedeeld. Om deze rol goed te kunnen vervullen, hebben steeds meer VSV’s behoefte aan het verder ontwikkelen van hun VSV. Bijvoorbeeld het verstevigen van de eigen VSV-cultuur, het (krachtiger) neerzetten van de toekomstvisie en strategische koers of het verder formaliseren van de samenwerkingsafspraken en organisatiestructuur. In de VSV Toolkit Professionalisering van het CPZ staan onderdelen die een VSV kan gebruiken als ze stappen wil zetten op deze thema’s. Om meer duidelijkheid te geven over de verantwoordelijkheden en taken van het VSV die voortvloeien uit de ZIG heeft de Federatie van VSV’s het initiatief genomen om een basiskader op te stellen. In april 2023 is dit basiskader voor Verloskundige Samenwerkingsverbanden bestuurlijk vastgesteld door alle landelijke geboortezorgpartijen. Daarnaast is er een landelijke stimuleringsprogramma om VSV’s te helpen met het implementeren van de verantwoordelijkheden en taken uit het basiskader.
2. Bekostiging die samenwerking beter faciliteert
Landelijk zijn partijen in de geboortezorg al enige tijd met elkaar in gesprek over een bekostiging die samenwerking in de regio beter faciliteert. In de periode 2017-2022 is om die reden geëxperimenteerd met de beleidsregel integrale bekostiging. Per 1 januari 2023 is deze experimentbeleidsregel regulier geworden. Met de invoering van deze beleidsregel zijn er voor de geboortezorg twee hoofdvormen van bekostiging mogelijk:
- De monodisciplinaire bekostiging én;
- integrale bekostiging.
Daarnaast is er ruimte om te experimenteren met andere vormen van passende bekostiging voor integrale geboortezorg, via de NZa innovatieve beleidsregel voor kleinschalige projecten. (zie verder in deze handreiking).
3. Vrije keuze voor passende bekostiging
VSV’s hebben daarmee de vrijheid om te kiezen voor een passende bekostiging. Enkele regio’s hebben gekozen de zorg via de integrale bekostiging te bekostigen. Veel andere regio’s zien daarin nog te veel nadelen. Zij realiseren de samenwerking en eventuele verschuiving van zorg binnen de kaders van de prestaties van de monodisciplinaire bekostiging of maken gebruik van de NZa innovatieve beleidsregel voor kleinschalige projecten[1].
Om netwerkvorming verder te stimuleren en faciliteren stelt het ministerie van VWS sinds een aantal jaar ook gelden beschikbaar in de vorm van de toeslag ‘Integrale Geboortezorg’ (voorheen bekend als modulegelden) die in de beleidsregels verloskunde (Beleidsregel verloskunde BR/REG–24109) en kraamzorg (Beleidsregel kraamzorg BR/REG-24108) is opgenomen. Deze toeslag schept extra tariefruimte die de VSV-partijen gezamenlijk kunnen aanvragen via de tarieven van de verloskundigen en kraamzorg. Zorgverzekeraars gaan verschillend om met de inzet van deze toeslag. Zie voor eventuele voorwaarden het inkoopbeleid van de zorgverzekeraars of neem contact op met de zorgverzekeraars en vraag hoe zij hiermee omgaan.
4. Eerste verkenning geboortezorg naar zorgverschuiving
Hoewel er veel over zorgverschuiving wordt gesproken in het kader van integrale geboortezorg, bestaat er weinig informatie over in welke mate daar daadwerkelijk aan wordt gewerkt en welke resultaten worden geboekt in de geboortezorg. Vandaar dat het CPZ een eerste verkenning naar zorgverschuiving (onderwerpen en volume) liet uitvoeren.
5. Uitvoeringsvariatie vraagt maatwerk
Uit deze analyse blijkt dat er veel uitvoeringsvariatie is, per protocol ook nog zeer verschillend. Ook de onderbouwing en kwaliteit van protocollen is heel wisselend. Zo zijn er uitgebreide protocollen gevonden met wetenschappelijke onderbouwing. Hierin is weergegeven tussen wie de verschuiving plaatsvindt en waar de verplaatsing plaatsvindt. Er zijn ook documenten waarin kort en bondig het onderwerp staat beschreven zonder dat duidelijk wordt wat er precies wordt verschoven qua zorg en door wie. En er zijn voorbeelden waarin wordt verwezen naar protocollen van andere regio’s.
Daarnaast gaat het in de meeste gevallen om protocollen met een relatief beperkte omvang aan cliënten. Het gaat vooral om zorgverschuiving van de mid-risk groep. Verder laat de inventarisatie verschillen zien in het moment waarop de verantwoordelijkheid voor de zorg tussen zorgverleners onderling wordt overgedragen. Soms verschuift de zorg in zijn geheel, maar meestal is er sprake van meer gedeelde zorg of gaat het om verschillen die beperkt zijn qua omvang of impact. De uitvoeringsvariatie komt mede doordat er in de geboortezorg nog slechts op zeer beperkte schaal integrale landelijke zorgpaden zijn ontwikkeld.
Bij regionale verschuiving op beperkte schaal dienen maatwerkafspraken over de financiën op regionaal niveau gemaakt te worden. Het moment van de overdracht van de verantwoordelijkheid van de ene zorgverlener naar de andere zorgverlener heeft consequenties voor de afspraken over het schuiven van geld. In theorie kan het zo zijn dat op de langere termijn meerdere regio’s dezelfde zorgverschuiving implementeren. In dat geval is de verwachting dat daar in de reguliere bekostiging een aanpassing in de bekostiging voor komt die landelijk toepasbaar is.
[1] Bron: Handreiking versterken netwerksamenwerking in de geboortezorg – Nederlandse Zorgautoriteit (overheid.nl)