Workshop: Bekostiging Integrale Geboortezorg
De workshop bekostiging van integrale geboortezorg heeft de deelnemers inzicht gegeven in alles wat er komt kijken bij integrale bekostiging. Wat zijn bijvoorbeeld de verschillen tussen bestaande en nieuwe financiering? Hoe stel je een integraal tarief vast? En hoe bepaal je wat zorgverleners in hun portemonnee krijgen?
In haar presentatie legde Anna Krüger uit hoe de NZa-Beleidsregel Integrale Geboortezorg in elkaar zit en hoe deze gebruikt kan worden. Een voorbeeld: bij een aantal pioniers wordt de 9de prestatie voor het declareren van Kraamzorguren, niet gebruikt door de Integrale Geboortezorg Organisatie (IGO) maar worden de kraamzorguren door de Kraamzorgorganisaties in die regio’s monodisciplinair gedeclareerd. Voor veel kraamzorgorganisaties is het nog te complex om bij één IGO aan te sluiten. In de grote steden speelt dit ook voor verloskundigen, die in meerdere VSV’s met hun cliënten gebruik maken van de ziekenhuislocatie. In het licht hiervan hebben we besproken wat bundelbrekers zijn en het risico daarop, wat de administratieve lasten zijn en hoe die opgevangen kunnen worden door gespecialiseerde declaratiebedrijven (zie huisartsen) of door het ECD.
In de workshop zijn een aantal pioniers aanwezig die al werken met Integrale bekostiging. Zij zijn ondanks het vele werk die de transitie meebrengt, nog steeds enthousiast over de voordelen van integrale bekostiging. Het maakt mogelijk dat de gewenste manier van werken (de juiste zorg aan de juiste cliënt, bijvoorbeeld) ook betaald kan worden. Een van de aanwezigen vertelde over de plannen in het VSV’: ‘We gaan in 2018 een schaduwadministratie bijhouden voor integrale bekostiging om te kijken wat de verschillen zijn en te ontdekken wat het echt betekent om over te gaan op integrale bekostiging.’
Heeft u vragen? Neem dan contact op met het CPZ.